donderdag 11 juni 2015

Verdwaald

Verbaasd en wel gisteren liepen we nog over de tegels, het is een lang geleden gevoel wat je me herinnerde wat ik was, de dag van elke man om te testen
Op een dag weet je wat ik wil
Teruggeschopt in een baan om geld, waar het alles voor mij was, het bezoekuur was gesloten
Ik zie geen velden

dinsdag 27 november 2012

Absent fathers, lost sons

A man is not a man until he accessed his raw untamed energy and taking pleasure in his capacity to fight and defend himself, only then he can transform his blind rage into the power to commit himself to handle tensions and making difficult decisions. A feeling of inner security also develops. It’s based on his realization that whatever happens to go wrong he can get help from his inner resources, from the basic energy of his aggression.
- Guy Corneau

zaterdag 30 juni 2012

Tocht

Tot nu toe onbekende explosies zullen zich verenigen met de trillende complicaties tussen een gespannen droom en realiteit.

Wat wil je zien? Waar ben je bang voor? Verder dan dit lukt het niet te kijken noch te begrijpen.
Vandaar mijn ode aan leegte, leegte kan niet trillen.

Wat gebeurt er als je alles kwijt raakt?
Je begint opnieuw, helemaal opnieuw. Een paar keer per dag tot een nieuwe avond met een andere nachtegaal. Gevoed met de dageraad bij een boze bastille, gevild door de eenzelfde baron die alles ooit wou. Haar wou zien, meer dan de schijn die er overal is. Goeie God waar zijn we beland; deze gaten hadden allang gevuld moeten zijn.
Tijd om de druk te verhogen; verlies alles uit het oog en geef blind vertrouwen aan een voorspelbaar verleden. Je zal hier niet sterven, op zijn hoogst een verrassende nederlaag. Gehoopt of niet; het zal zich afspelen. Tegenstrijdigheid is de zonde van het menselijk zijn; de congruentie te vinden in je hart en genen zal plaatsvinden in deze nacht. Nu of nooit; buig jezelf tot een goddelijk vormsel en wees een geheel. Mijn hart heeft niet de flexibiliteit om te doen wat mijn systeem wil, even goed geld dit voor mijn bastion. Toch is dit het enige wat je ooit zal kunnen doen of veranderen.
Maar we gaan door; ik hoop alleen dat er volgend jaar genoeg cement is

woensdag 2 november 2011

En Nu Verder

Treurig zooitje hier. Het is niet dat ik de hoop opgegeven heb, ik moet alleen even bedenken wat het ook alweer was. Hoe het voelt om vertrouwen te hebben. Ik heb mij dermate verdronken in levenservaring dat deze situatie zich niet onbeschrijfelijk laat. Natuurlijk is er het één en ander wat wel los te zien valt, maar het is zo fragiel als het hart van een moeder.

Ik weet nog hoe graag ik leefde in deze wereld. Deze wereld is vrij weinig veranderd in de afgelopen periode, maar als dingen persoonlijker worden is het lastig. Liefde doet immers alleen pijn als je erin gelooft. Toch vallen deze concepten uiteen in een abstracte wereld en als je daar naar binnen kijkt hoop je dat je de terug starende ogen van logica ontmoet. Het enige wat echter te zien valt is een stukje kale chaos. Dat frustreert elke koning. Hoe kan je nou dit land besturen als er geen regels zijn? Je soldaten vechten verwoed met elkaar, je leraren staan met boeken die henzelf ook niet vervullen en de secretaressen weten niet welke koffie ze moeten halen. Chaos zeg ik je.

Nou wil ik ook weer niet gaan beweren dat de er iets mis is met hoe we deze wereld opgebouwd hebben, het is alleen de vraag of alle belangen wel vertegenwoordigd worden en belangrijker; behartigd. Tegenwoordig gaat het niet meer om wat je schreeuwt, maar hoe je schreeuwt. En ik schreeuw nou eenmaal niet. Ik verwachtte eigenlijk ook dat we hier een stevig goedlopend debat gingen houden, maar de goddelijke afgunst dicteert anders. Enfin eindigen we met drama. Het enige wat ik wou rust onbegrepen op de harten van anderen, en ik denk dat we voortaan de microfoons kunnen afschaffen.

Wat doe je dan met de tijd die over is? In je hoofd struikel je over je gedachten en daarna val je automatisch in het dagelijkse leven verder. Alles is verbonden en geen enkel ding staat los. We zijn onvolmaakt in ons diepste wezen en het confronteren ervan maakt rusteloos.
Ik zag dat ik ten onderga in een zee van gezichtloze mensen. Dat is wat ik zie maar vooral wat ik voel. Maakt het echt uit wie je bent? Of is het tijd voor een sociale reformatie? Nee; we zijn zoals altijd al gebleken, we zijn nep. We zijn niet echt ons. Er is nooit een ons geweest. Ik heb er een hekel aan als er wordt gezegd dat het allemaal wel goed komt. Het komt niet goed. Ik heb geen idee hoe we begonnen zijn, maar ik weet precies hoe het gaat eindigen. Herboren in een nieuwe leugen, maar dan met een veranderde klankkleur gezongen. Net zolang gaat mevrouw door met vernietigen van de geestenziel die ons adem gaf, door hetzelfde te beloven. En ik tuinde erin. Ik ben tot de conclusie gekomen dat het doorgaat tot iemand wordt gevonden en zichzelf als uitverkorene ziet om dit eenzijdige dilemma te dragen. Ik weiger echter; het is niet mogelijk voor de diep ingebrande liefde voor mijzelf om zulke duivelstongen mijn naakte ik aan te laten tasten.

Nee, dat wil ik niet verrichten. Ik heb nog altijd de keuze of ik deze wereld ga vernietigen of ga helpen. Maar ik heb het gevoel dat het beide gaat worden en mijn schaduwkant moet integreren in een dagelijks beleid tot zelfvervulling. Ik denk ten slotte aan mezelf, want niemand anders doet het. Of kan het.

vrijdag 27 augustus 2010

Zoute Roman

''Waarom hou je niet van mij.. Zoals je van haar hebt gehouden?..''
Haar woorden drongen langzaam tot mij door, vormden gedachten en maakten mij duidelijk dat cupido bijzonder bijziend was geweest met haar. Ik kan deze dame geen ongelijk geven, het is een schat. Maar ik wil meer, of juist minder?

''Nou?..''
Het was slechts gefluister, haar lichaamstaal schreeuwde om vast gehouden te worden. Ze kwam naar me toe, en ging bij me op schoot zitten. Langzaam legde ze haar arm om mijn nek heen en trok ze zichzelf naar mij toe.
''Ik kan je niets beloven, ik ben liever alleen, dat weet je.''
Ik koos mijn woorden zorgvuldig, ze verlangde ook veel naar drama. Misschien was dat 'het' voor haar wel.

Op een steeds zachtere toon vertelde ze me: ''Ik weet het... Maar na de vakantie.. was het meer dan killing time voor mij geworden..'' Nu sloeg ik een arm om haar heen en ging ze op mijn borst liggen. Twijfelend keek ik naar buiten.
Is vrijheid mijn geluk of ligt het bij iemand? En dan alsnog, ligt het bij haar?...
Ik draaide mijn hoofd en ik rook haar heerlijke parfum.

Het was een gezellige avond geweest, zoals altijd eigenlijk. Als ik diep nadacht, besefte ik mij ook dat ik haar vaker en eerder opzocht dan enig andere dame. Maar moet ik het nog verder laten komen?
Één ding is zeker, ik zou er deze avond niet achter komen. Ik keek naar haar, en zag dat ze ook diep in gedachten was. Ik gaf een kus op haar hoofd, hetgeen een lach op haar gezicht toverde.
Ik boog mijn hoofd en fluisterde in haar oor: ''Ach weet je.. ik heb het gewoon niet zo.. op stevige meisjes..'' Binnen een oogwenk sprong ze lachend op en gaf ze een tik op mijn arm.

Wie weet.

zondag 1 augustus 2010

(1) Fatum

Eeuwen geleden kon ik al wel merken dat er iets speciaals aan je was. Sommigen zeggen over elkander dat ze 'het gevoel hebben dat ze elkaar al jaren kennen.' Maar dat was het niet. Wij zouden elkaar leren kennen, verdraaid goed zelfs. Zo voelde het. Apart, zonder meer.
Edelmoedig begon ik met de eerste stappen. Toegegeven, ze waren tergend traag, maar stil stond ik niet. Jij evenmin trouwens. Zelden heb ik zo'n bang persoon gezien.

We hadden 's avonds afgesproken in een rustig cafeetje. We kozen één van de vele mooie houten tafels, diegene die naast het raam stond. De donkere lucht buiten het glaswerk wist het café binnen te dringen en vervulde het café met een knusse sfeer. Als sfeerversteker stonden er kleine olielampen, compleet in stijl. Ze gaven eerder een donkerbruin licht dan iets wat op geel lijkt. De toon was al gezet voor deze avond.

Ik weet nog goed dat je nette deftige kleren aan had die mij vertelden dat er gewerkt moest worden. Ze waren wel zo hooghartig om te melden dat het wel de moeite waard was. In de tijd dat ik bezig was met mijn eerste drankje, een heerlijk smakende Amaretto, had jij je al twee keer verslikt en één keer verbrand aan de hete espresso. De diepe zeeën van je gevoelens stonden nooit stil, en duwden je gedachten vele kanten op.
Waarom is ze toch zo? Als er haast was dan had Hij je dat wel verteld.

Langzamerhand werd je rustiger toen je merkte dat ik het niet kon laten om naar je te kijken. Nog nooit eerder kon aandacht zo slecht in meervoud worden gesteld. Sowieso was ik anders dan de rest. Ik bleef je aankijken. De paar seconden oogcontact na de woordenwisseling zeiden meer. Maar net niet genoeg.
Ik was goed in dat soort spelletjes. Volgens mij heb je nooit zeker kunnen verkondigen wat ik dacht, laat staan wat ik voelde.